Het constante gekrijs van de vogels. De stank van hun uitwerpselen, de soms koude, maar altijd wel harde wind waren de mindere dingen voor mij aan Helgoland.
Maar wanneer je zo een vogel zag landen, precies bij zijn partner tussen de duizenden vogels. En de begroeting die ze elkaar daarna gaven. Dat deed me toch wat, zelfs nu ik er weer aan terug denk. En de liefkozende omhelzingen en het verenpoetsen vergeet ik al helemaal niet. Lief.






